Aanval en patchtoepassing


Patches en pleisters kunnen op verschillende manieren worden aangebracht, afhankelijk van het soort materiaal en persoonlijke voorkeur. Hier zijn enkele van de meest voorkomende soorten applicaties voor patches en lapjes:

Stikapplicatie: Dit is de traditionele methode om patches en lapjes aan te brengen. Het vereist het gebruik van een naald en draad om het lapje of de patch direct op de stof van het kledingstuk of object te naaien. Het kan een bewerkelijk proces zijn, maar zorgt voor een sterke hechting en duurzaamheid.

Aanbrengen met thermische lijm: Sommige patches en lapjes hebben een thermische zelfklevende achterkant. Dit betekent dat de lijm bij verhitting wordt geactiveerd en versmelt met de stof, waardoor de patch of pleister permanent wordt bevestigd. Deze methode is sneller dan stikken, maar vereist het gebruik van een hittepers of strijkijzer voor het aanbrengen.

Aanbrengen van lijm: Sommige patches en lapjes kunnen worden geleverd met een zelfklevende achterkant die geen warmte nodig heeft voor activering. Verwijder gewoon de beschermfolie en breng de patch of pleister aan op het gewenste oppervlak. De lijm is echter mogelijk niet zo sterk en duurzaam in vergelijking met stiksels of thermische lijm.

Klittenbandtoepassing: Sommige patches kunnen een klittenbandrug hebben, waardoor ze gemakkelijk bevestigd en losgemaakt kunnen worden van oppervlakken die geschikt zijn voor klittenband. Hierdoor kunnen de patches naar believen verplaatst of vervangen worden.

Het is belangrijk om de specifieke instructies te volgen die bij de patch of pleister worden geleverd om een juiste toepassing te garanderen. De keuze van de applicatiemethode hangt af van het type patch of lapje, de stof of het oppervlak waarop het wordt aangebracht en persoonlijke voorkeur.